Narratieve Begeleidingskunde

Voor de module narratieve begeleidingskunde was de opdracht een verhaal schrijven waarin de feiten, beleving en achterliggende waarden ontrafeld moest worden. Ook was het van belang het eigen perspectief en dat van de ander (cliënt en stagebegeleider)weer te gegeven.

 

Hoe heb ik mijn in het perspectief van een ander kunnen plaatsen?

Om mij te kunnen plaatsen in het perspectief van een ander, heb ik geprobeerd met een heldere bril naar de situatie te kijken. Ik heb het perspectief van mijn stagebegeleider bespreekbaar gemaakt. Ik legde uit dat ik de probleemstelling had geparafraseerd (in eigen woorden samengevat) en hoe ik het verhaal vanuit haar kant heb ervaren. Aan de hand hiervan heb ik ervoor kunnen zorgen dat ik de achterliggende waarden en criteria ‘s vanuit het perspectief van mijn stagebegeleider heb kunnen beschrijven.

 

Wat hebben de verhaalbewerkingen mij nog meer gebracht?

In eerste instantie had ik moeite om mij te plaatsen in het perspectief van een ander. Ik wist in eerste instantie niet hoe ik de plaats van een ander kon innemen door in haar of zijn schoenen te staan. Er bleef steeds een gedachte hangen; maar ik kan toch niet weten wat de ander denkt of voelt?  Maar door goede oefening te doen met medestudenten, heeft het beetje bij beetje geholpen om vanuit een ander oogpunt een situatie te bekijken.

 

Begeleidingskundige profiel

De cursus 'Narratieve begeleidingskunde' heeft tijdens de minor het volgende meegegeven: ik leer mezelf te positioneren in andermans verhaal. Als een helikopter boven het verhaal vliegen en vanuit verschillende perspectieven het verhaal te verkennen. Eerst uitgaan van de feiten, ervaringen en gebeurtenissen. Hiermee bespaar ik mezelf de tijd en moeite om geen aannames te maken. Ik plaats me in de positie van de coachee en probeer hetzelfde wereldbeeld te creëren. Pas wanneer ik me kan voorstellen dat ik me in zijn of haar situatie exact hetzelfde had gedaan, kan ik zeggen dat ik de coachee begrijp.

Dit laatste heeft mij enorm doen groeien in de oefeningen van gesprekken met coachees. In het begin van de minor vond ik het moeilijk omdat ik al tijdnes een gesprek aannames ging maken en eerder oplossingen ging bedenken voor de coachees i.p.v dat zij zelf met een oplossing komen. Ik was teveel aan het werk en constant in gesprek. door de theorie en de oefenpraktijken heb ik betere inzichten gekregen hoe je als coach de leiding neemt in het gesprek. 

 

De cursus narratieve begeleidingskunde heeft het volgende meegegeven: met deze opdracht leer ik mezelf te positioneren in andermans verhaal. Als een helikopter boven het verhaal vliegen en vanuit verschillende perspectieven het verhaal te verkennen. Eerst uitgaan van de feiten, ervaringen en gebeurtenissen. Hiermee bespaar ik mezelf de tijd en moeite om in geen aannames te maken. Ik plaats me in de positie van de coachee en probeer hetzelfde wereldbeeld te creëren. Pas wanneer ik me kan voorstellen dat ik me in zijn situatie exact hetzelfde had gedaan, kan ik zeggen dat ik de cliënt begrijp.

Als coach heb ik een professionele houding bij het luisteren van levensverhalen. Ik oordeel niet, onderbreek niet in de verhalen, ik stimuleer ze door de motiverende gespreksvoering in te zetten (open vragen stellen, aandachtig/reflectief luisteren, bevestigen en samenvatten). Men ondersteunen en begeleiden in daar waar zij tegenaan lopen of willen ontwikkelen. Ik creëer een gelijkwaardige positie waar de coachee en ik open en eerlijk tegen elkaar zijn en zal niet nooit verplichtingen opleggen. Ik wil ze juist nieuwsgierig maken door dat zij naar zich zelf gaan kijken en zich overtuigingen onderzoeken te gaan doen naar de problemen die daarachter schuilen (TijdelijkeAanduiding1). De coachees contact laten ervaren wie ze zijn en hoe hun leven er daarbij eruitziet. Doelgericht coachen, analyseren en bespreken waar die coachee heen wilt. Om ervoor te zorgen dat de coachee uiteindelijk zelfstandig in staat is te functioneren.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb